Beleidsregel van de Raad voor Rechtsbijstand tot verstrekking van subsidie aan advocaten die consultatie- en afdoeningsbijstand verlenen op de ZSM locaties (Beleidsregel Rechtsbijstand ZSM locaties)
Het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand;
Overwegende dat in artikel 7, onderdeel a van de Wet op de rechtsbijstand is bepaald dat het bestuur van de Raad tot taak heeft zorg te dragen voor de organisatie van alsmede de verlening van rechtsbijstand;
Overwegende dat het gewenst is dat het bestuur van de Raad een beleidsregel vaststelt waarin wordt aangeven op welke wijze hij gebruik zal maken van de mogelijkheid om op grond van artikel 37 c van de Wet op de Rechtsbijstand (hierna: Wrb) individuele subsidiebesluiten te nemen voor de vergoeding aan ingeschreven advocaten voor rechtsbijstand verleend op de ZSM locaties;
Besluit de volgende beleidsregel vast te stellen:
Inleiding
De afgelopen jaren heeft de zogeheten ZSM-werkwijze van politie en Openbaar Ministerie zich verder ontwikkeld. Deze werkwijze brengt een versnelling met zich mee, onder meer door de mogelijkheid van een snelle afdoening buiten de rechter om. Gebleken is dat een intensiever aanbod van rechtsbijstand nodig is aan verdachten die te maken krijgen met deze werkwijze. In aanvulling op de reeds bestaande rechten van verdachten worden de gevallen waarin een verdachte rechtsbijstand door een advocaat krijgt straks uitgebreid bij een OM-strafbeschikking (afdoeningsbijstand). Door alle verdachten van misdrijven die via ZSM binnenkomen te voorzien van de mogelijkheid van rechtsbijstand van een advocaat voorafgaand aan het uitvaardigen van een OM-strafbeschikking, wordt voor die verdachten een minimumniveau aan rechtsbijstand verzekerd.
Deze aanpak leidt tot een grotere waarborg van de rechtsstatelijkheid van OM-afdoeningen. Deze intensivering van afdoeningsbijstand betekent niet alleen een verbetering van de rechtsbescherming van verdachten in het ZSM-proces, maar verhoogt ook de kwaliteit van de OM-strafbeschikkingen. In de regio’s Rotterdam en Zeeland West-Brabant is reeds gestart met de intensivering van afdoeningsbijstand in het ZSM-proces. De komende tijd zal deze intensivering in steeds meer regio’s ingevoerd worden, zodat uiteindelijk in alle regio’s afdoeningsbijstand in het ZSM-proces gerealiseerd zal worden.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft de Raad verzocht om voor de vergoeding van de werkzaamheden van (piket)advocaten vanaf 1 oktober 2019 de volgende nieuwe beleidsregel vast te stellen.
- Iedere aangehouden verdachte in B-zaken als bedoeld in artikel 28b, tweede lid Wetboek van Strafvordering krijgt van politiezijde een contactmoment met een advocaat aangeboden voorafgaand aan het eerste politieverhoor. De verdachte kan ten overstaan van een piketadvocaat te kennen geven daarvan gebruik te willen maken, maar hij/zij kan ook afzien van zijn recht op consultatiebijstand. Deze piketadvocaat verstrekt vervolgens in beginsel zijn consultatie via een videoverbinding. Een minderjarige verdachte kan geen afstand doen van consultatie- en verhoorbijstand
- Bij meerderjarige verdachten vindt dit contactmoment (Salduz-consult) in een deel van de B-zaken, welk deel via de piketvoorziening van de Raad vooraf wordt geselecteerd, plaats langs de weg van routering van de piketmelding naar de piketadvocaat die op de ZSM locatie als piketadvocaat dienst heeft. Deze piketadvocaat verstrekt vervolgens in beginsel zijn Salduz-consult voorafgaand aan het verhoor via een videoverbinding.
- Naast het Salduz-consult voorafgaand aan het eerste politieverhoor krijgt de verdachte tevens de mogelijkheid om de bijstand van een advocaat in te roepen in het kader van de afdoeningsbeslissing door de officier van justitie.
- Uitgangspunt voor de vergoeding voor rechtsbijstand is dat de werkzaamheden van de advocaat per verrichting worden vergoed. De piketadvocaat declareert zijn werkzaamheden - het Salduz-consult en een eventueel consult na de inverzekeringstelling- met het reguliere declaratieformulier voor piketwerkzaamheden. Voor het Salduz-consult wordt 0.75 punt vergoed. Voor een afzonderlijk consult dat is gevolgd na de inverzekeringstelling kan eveneens 0.75 punt worden vergoed.
- Indien de advocaat naar de ZSM locatie moet reizen worden reiskosten per dienst niet vaker dan eenmaal op een piketdeclaratieformulier gedeclareerd en vergoed. Voor reizen naar een van de ZSM locatie wordt per kilometer € 0,37 vergoed voor de afstand tussen de plaats van de kantoorvestiging en de ZSM locatie.
- Voor bijstand in het kader van de afdoeningsbeslissing van de officier van justitie wordt aan de advocaat per cliënt afzonderlijk 2.5 punten vergoed. Deze vergoeding wordt gedeclareerd via een apart formulier dat de Raad voor Rechtsbijstand heeft vastgesteld en dat als bijlage aan deze beleidsregel is gehecht. Dit formulier is ook te verkrijgen via www.rvr.org (formulieren buiten Mijn RvR). De advocaat declareert deze vergoeding van 2.5 punten binnen 14 dagen.
- Bij directe executie dient altijd een advocaat betrokken te worden. Een verdachte kan nooit een boete betalen zonder dat een advocaat is geraadpleegd en deze eerst consult heeft verleend. Indien een verdachte expliciet aangeeft dat hij/zij geen gebruik wil maken van de aangeboden rechtsbijstand, dan ziet het OM af van directe executie. Bij andere vormen van directe afdoening (sepot onder voorwaarden, transactie (zonder directe executie) en OM strafbeschikking) wordt de verdachte de mogelijkheid geboden om een advocaat te consulteren.
- Er wordt voor bureaudiensten geen beschikbaarheidsvergoeding of -garantie uitbetaald.
Looptijd beleidsregel
Deze beleidsregel treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 oktober 2019 en heeft een onbepaalde looptijd tot het moment waarop de Raad besluit tot intrekking.
Aldus vastgesteld te Utrecht,
Datum, 30 oktober 2019
w.g.
Dr. I.D. Nijboer
Bestuurder a.i. Raad voor Rechtsbijstand