Activiteitenverslag KRAV 2015
Bijlage 3 Activiteitenverslag KRAV 2015
Ambtshalve onderzoek
Mr.
Via de CIT Schiphol heeft de KRAV het verzoek ontvangen om een ambtshalve onderzoek te doen naar de kwaliteit van de door mr. verrichte rechtsbijstand. Op 12 januari 2015 is er gesproken met mr. Dit heeft ertoe geleid dat er op 24 maart 2015 een dossieronderzoek is gedaan. De KRAV heeft naar aanleiding van de resultaten het onderzoek de Raad geadviseerd om mr. een begeleidingstraject aan te bieden alvorens verder te adviseren over het al dan niet voortzetten van de inschrijving van mr. bij de Raad op het rechtsterrein asiel. Dit advies is overgenomen en in nauw overleg met de Orde van advocaten is begin december 2015 een begeleidingstraject gestart.
Behandelde klachten
In 2015 zijn 2 klachten ontvangen en behandeld.
Klacht 1
Beklaagde wordt verweten geen aanvullingen en correcties te hebben ingediend op het rapport van het nader gehoor en het rapport van het aanvullend nader gehoor. Ook zijn de rapporten niet zorgvuldig besproken en heeft de bespreking maar 15 minuten geduurd. Dit klemt te meer omdat er tijdens de gehoren sprake was van communicatieproblemen met de tolk en omdat klager psychische problemen heeft.
Beklaagde stelt dat er twee gesprekken zijn geweest die veel langer hebben geduurd. Op verzoek van klager zijn er geen aanvullingen en correcties ingediend.
Het (nadere) onderzoek heeft naar het oordeel van de KRAV noch in belastende noch in ontlastende zin voldoende opgeleverd om te kunnen stellen dat de versie van klager dan wel die van beklaagde, over de duur en inhoud van de nabesprekingen, boven gerede twijfel aannemelijk is geworden.
Door de KRAV kan niet worden vastgesteld wat er precies tussen klager en beklaagde is besproken en dus evenmin of beklaagde in overeenstemming met klager het indienen van correcties en aanvullingen achterwege heeft gelaten. Dit valt beklaagde aan te rekenen omdat beklaagde geen verslag heeft gemaakt van hetgeen tijdens de nabespreking van het (aanvullend) nader gehoor is besproken. Gelet op de minimumnormen had van beklaagde mogen worden verwacht dat hij een verslag zou hebben gemaakt van de nabespreking van het (aanvullend) nader gehoor. Dit wreekt zich in dit geval des temeer omdat het in een asielprocedure zeer bijzonder is dat er in het geheel geen aanvullingen en correcties zijn op een rapport (aanvullend) nader gehoor en beklaagde bekend was met de psychische problemen van klager. Het had in dit geval dan ook eveneens in de rede gelegen dat beklaagde schriftelijk aan klager zou hebben bevestigd dat tijdens de nabespreking(en) door klager en beklaagde gezamenlijk is geconstateerd dat geen correcties en aanvullingen behoefden te worden ingediend. De klacht is dan ook gegrond.
Klacht 2
Uit de klacht en het verhandelde ter hoorzitting volgt dat beklaagde in de drie door hem behartigde zaken de volgende tekortkomingen heeft laten zien:
- Op de -1 dag heeft beklaagde zijn cliënten slechts zeer kort gesproken en hen daarmee (inhoudelijk) onvoldoende voorbereid op de asielprocedure.
- Beklaagde heeft, nadat hij door problemen met het openbaar vervoer op dag 2 niet tijdig aanwezig kon zijn, geen adequate maatregelen genomen om het gemis aan rechtsbijstand op te vangen.
- De nabespreking van de rapporten van het eerste gehoor en het nader gehoor heeft onvoldoende zorgvuldig plaatsgevonden. In twee gevallen zijn geen aanvullingen en correcties ingediend. De, in de derde zaak, wel door beklaagde ingediende correcties & aanvullingen zijn zeer summier.
- De voornemens zijn niet besproken en er zijn zeer summiere zienswijzen ingediend.
Beklaagde heeft aan meerdere minimumnormen niet voldaan en is aldus in ernstige mate te kort geschoten in alle door hem behartigde fases van de drie door klager genoemde asielprocedures. De tekortkomingen van beklaagde in de drie klachtzaken zijn opvallend en ernstig. Reden waarom de KRAV verkennend onderzoek heeft gedaan naar de vraag of deze tekortkomingen onderdeel zijn van een patroon of dat, zoals beklaagde stelt, deze als op zichzelf staand beschouwd moeten worden. De verkregen informatie van de CIT Den Bosch, Schiphol en Ter Apel heeft onvoldoende opgeleverd om de wijze van optreden van beklaagde in de drie klachtzaken niet als op zichzelf staand te beschouwen.
De vastgestelde klachtwaardige gedragingen zijn laakbaar maar niet structureel gebleken. Beklaagde heeft ter hoorzitting erkend dat bij adequate rechtsbijstand twee van de drie zaken anders hadden kunnen lopen. In ieder geval in twee zaken zijn de belangen van de cliënten aldus in ernstige mate geschaad. Gelet op het maatregelenbeleid van de Raad dient daarom de maatregel van een waarschuwing met de mededeling dat bij herhaling uitsluiting (in enigerlei vorm) kan worden overwogen, te worden opgelegd.
Vergroten externe naamsbekendheid KRAV
Op de jaarvergadering van 24 april 2014 is afgesproken dat naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek van mw. Butter, waaronder de bevinding dat er een kleine groep onder de maat presterende advocaten is, een werkgroep van de KRAV zich zal gaan bezighouden met de welke maatregelen nodig zijn voor een beter functioneren van de KRAV. De werkgroep heeft geconcludeerd dat hiervoor noodzakelijk is dat deze kleine groep advocaten in beeld van de KRAV komt en dat dit kan worden bereikt door de bekendheid van de KRAV in de vreemdelingenketen te vergroten. Hiertoe zijn de volgende instanties aangeschreven: NOVA te Den Haag, de Stichting INLIA te Groningen, Defence for children-ECPAT te Leiden, Amnesty Nederland te Amsterdam, Stichting NIDOS te Utrecht, de CIT’s AC Schiphol, Ter Apel, Zevenaar en Den Bosch, ASVK Steunpunt vluchtelingen en de Stichting LOS.
In 2015 zijn de navolgende instanties ook bezocht;
de Stichting INLIA te Groningen, Amnesty Nederland te Amsterdam, Stichting LOS,
Stichting NIDOS te Utrecht, de CIT’s AC Ter Apel, Zevenaar en Den Bosch, de IND.
In 2016 is gesproken met de landelijke Orde van advocaten en de Orde van advocaten te Rotterdam.
Dhr. Bouwman en de huidige voorzitter van de Expertgroep Vreemdelingen (voorheen het Vreemdelingenberaad) de rechtspraak (incl. AbRS) zijn door dhr. Odink in kennis gesteld van onze mogelijkheden tot ambtshalve onderzoek. Zij zijn (tot op heden) niet ingegaan op mijn aanbod tot een nadere mondelinge toelichting. Wel is de brief verspreid onder de rechtbanken/AbRS en in een vergadering van de expertgroep besproken.
Nieuw reglement
Een werkgroep van leden van de KRAV is in 2015 bezig geweest met het opstellen van een nieuw reglement en maatregelenbeleid. Ook is er met de portefeuillemanager asiel- en vreemdelingenrecht gesproken over de mogelijkheid om het vreemdelingenrecht op te nemen in het reglement. Vooralsnog is hiervan afgezien in afwachting van de nog op te stellen minimumnormen op het terrein van het vreemdelingenrecht.