‘Good Practices’ voor laagdrempelige, vroegtijdige en rechtvaardige geschiloplossing’
Onder deze titel werd op 11 januari van dit jaar een symposium in Utrecht georganiseerd door Divosa, de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en het Kenniscentrum Stelsel Gesubsidieerde Rechtsbijstand. Aanleiding was het onderzoek dat de onderzoekers van de RUG en HvA in opdracht van de Raad voor Rechtsbijstand uitvoerden. Daarin stond de vraag centraal hoe procedures van besluitvorming en bezwaar bij gemeenten zo kunnen worden georganiseerd dat geschillen voorkomen kunnen worden.
Overheidsmedewerkers, sociaal advocaten, mediators, eerstelijnsdienstverleners uit de sociale en juridische domeinen en onderzoekers werden tijdens het symposium door Bert Marseille (RUG) geïnformeerd over het onderzoek en de daarin gedane aanbevelingen. Nikki Lübeck (Divosa) vertelde over het programma ‘Robuuste Rechtsbescherming’ en Corry van Zeeland (Kenniscentrum Stelsel Gesubsidieerde Rechtsbijstand) over de rol van gesubsidieerde rechtsbijstand bij het oplossen van bestuursrechtelijke geschillen
De deelnemers gingen tijdens de workshops met elkaar in dialoog over reeds geïnitieerde verschillende good practices in de uitvoering.
Aanbevelingen uit het onderzoek
De afgelopen jaren is er veel aandacht voor het voorkomen en effectief beslechten van geschillen met de overheid in de fase van besluitvorming en bezwaarbehandeling. De overheid is bezig met de vraag hoe burgers het beste kunnen worden ondersteund in procedures van besluitvorming en bezwaar en haar eigen rol. Daarbij is de vraag aan de orde hoe procedures van besluitvorming en bezwaar zodanig kunnen worden georganiseerd dat geschillen worden voorkomen en dat ze, mochten ze toch ontstaan, zo snel, effectief en bevredigend mogelijk kunnen worden opgelost.
In de tussenrapportage ‘Voorkomen en beslechten van geschillen in het sociaal domein’ is verslag gedaan van de eerste bevindingen, gebaseerd op interviews onder professionals bij zestien gemeenten. Op basis hiervan is er een aantal good practices geformuleerd, gericht op de inrichting van het primaire proces, op de bezwaarfase, en op het stimuleren van het lerend vermogen van de gemeentelijke organisatie. Overigens kunnen ook andere bestuursorganen, zoals de Raad, hun voordeel doen met de aanbevelingen.
In dit tweede deel van het onderzoek zijn de opgestelde good practices onderzocht in de praktijk. In samenwerking met gemeenten is een zestal pilots georganiseerd. In deze rapportage (pdf, 875 kB) wordt verslag gedaan van de ervaringen en uitkomsten van deze pilots, evenals algemene conclusies op basis van alle pilots.
Signaleringsoverleg
Een van de workshops tijdens het in januari gehouden symposium doet verslag van het zogenoemde signaleringsoverleg tussen rechtshulpverleners in Utrecht en de gemeente Utrecht. Nicolette Oosterwegel, Clustermanager bezwaar en beroep gemeente Utrecht: “Er bestond al een overleg tussen het Juridisch Loket, sociaal raadslieden en sociale advocatuur. Dat hebben we omgevormd tot het signaleringsoverleg. Insteek was om signalen uit te wisselen: waar verwijzen we door en wie heeft welke expertise, met als doelstelling het verbeteren van de organisatorische aansluiting en onderlinge samenwerking om zo beter inzicht en begrip voor elkaars werkwijze, positie en belang te krijgen. En dat is gelukt. Er is bijvoorbeeld beter inzicht in en begrip over waar beleid knelt in de uitvoering voor advocaten en hun cliënten en advocaten zien op hun beurt weer waar medewerkers van de gemeente tegenaanlopen. Het onderling vertrouwen groeit en er is een basis gelegd voor betere samenwerking. Wat goed werkte was dat er deelnemers vanuit alle partijen aan tafel zaten met een open mind en de intrinsieke motivatie om met elkaar uit te wisselen om uiteindelijk te bereiken dat rechtzoekenden beter worden geholpen”.
Relatie advocaat - gemeente
Het onderzoek van RUG en HvA geeft aan dat wil je goede geschiloplossing vormgeven, je moet kijken naar de relatie tussen de burger en de gemeente, de gemeente en de advocaat, maar ook naar de relatie tussen de advocaat en de gemeente.
Matthijs Rutten, advocaat ‘Werk en Inkomen’ bij Zumpolle advocaten deed ook mee aan het signaleringsoverleg in Utrecht en is daarover positief. Rutten: “Als advocaat ben ik partijdig en de gemeente heeft zo haar eigen belangen. Daardoor worden zaken soms formeler dan nodig. Ik ben voorstander van korte lijnen. Willen we naar oplossingen, dan moet de relatie tussen de gemeente en de advocaat goed zijn. Ik zoek vaak het contact met de gemeente, ook over het proces zelf. Dat helpt. Kijken naar waar onze gezamenlijke belangen liggen en hoe we samen het beste resultaat voor de burger kunnen bereiken. Deze is tenslotte voor zijn zaken afhankelijk van de gemeente.”
Rutten vervolgt: “Het signaleringsoverleg zorgt voor een netwerk tussen de eerste- en tweedelijn. En met gemeenten. Door het contact is er meer begrip voor elkaar, op zaak overstijgend beleidsniveau.”
Ook procedurevergoeding voor informele afhandeling door bestuursorgaan
In het volgende geval beoordeelt de Raad voor Rechtsbijstand een informele afhandeling van een bezwaarschrift ook als beslissing waarvoor de procedurevergoeding wordt verstrekt:
* Na ontvangst van het bezwaarschrift, eventueel gevolgd door een (telefoon)gesprek, volgt direct een nieuw (primair) besluit maar zonder beslissing op bezwaar = procedurevergoeding.
Het nieuwe (primaire) besluit wordt door de Raad gelijkgesteld aan de beslissing op bezwaar. Dan wordt deze vastgesteld als procedure.
Zie kenniswijzer; Art. 05 Bvr Procedure/ Beëindigd voor procedure - rvr.org.
Sociaaljuridische hulp blijkt ‘lokettenjungle’
Nikki Lübeck werkt als programmamanager Robuuste rechtsbescherming en rechtshulp & sociaal domein op het snijvlak van het juridisch en sociaal domein. Zij ziet dat inwoners vaak geconfronteerd worden met een jungle aan loketten. “Het aanbod in de verschillende gemeenten aan sociaaljuridische hulp is breed en divers. Voor de inwoner een onoverzichtelijk en ingewikkeld aanbod. Bij Divosa vragen we ons af hoe partijen beter op elkaar kunnen aansluiten en of zij elkaar kennen. Wat moet het minimale aanbod zijn, zodat inwoners overal laagdrempelig terechtkunnen voor ondersteuning? Dat vergt ook dat men elkaar weet te vinden, dat de lijnen naar elkaar er zijn. Daarbij hoeft niet elke partij alles zelf te kunnen. Dat blijkt wel uit het Signaleringsoverleg in Utrecht.”
Lübeck vervolgt: “We richten ons bij Divosa, de organisatie die kennis, netwerk en belangenbehartiging biedt aan leidinggevenden in het sociaal domein, op het dóen. We willen de neuzen van organisaties in het sociaal domein dezelfde kant op krijgen voor laagdrempelige en goede sociaaljuridische informatie, advies en ondersteuning voor iedereen, waar je in Nederland ook woont en wat je situatie ook is. Iedereen moet kunnen rekenen op passende sociaaljuridische hulp en een overheid die de rechten van haar inwoners beschermt, bijvoorbeeld bij levensgebeurtenissen. Daarvoor is een herkenbaar en onafhankelijk aanbod nodig, dat dichtbij te vinden is. Een persoonlijke aanpak, waarbij mensen zich gehoord en gesteund voelen, ongeacht waar je als burger aanklopt. Want alleen zo voorkomen we problemen en zoeken we samen naar mensgerichte oplossingen.”
Divosa publiceerde eerder al het rapport Samen tot je recht komen met de geleerde lessen voor gemeenten (over de relatie gemeente – inwoners en relatie gemeente - rechtshulpverleners) en aanbevelingen voor het ministerie Justitie en Veiligheid, die zij hebben gedaan op basis van de pilots en onderzoeken. Het programma Robuuste rechtsbescherming heeft als doel om het basisrecht van alle inwoners op onafhankelijke sociaaljuridische ondersteuning op lokaal niveau te garanderen. De toegang tot deze hulp moet laagdrempeliger en beter, oftewel ‘robuuster’ worden. Daarvoor is ook een handreiking en mysterie module ontwikkeld.
Klein beginnen vanuit gezamenlijke ambitie
Oosterwegel, Rutten en Lübeck zijn het erover eens, de vibe tijdens het symposium in januari was goed en helpt de aanwezigen het momentum te pakken. Nu is het een kwestie van doorpakken. Klein beginnen is volgens Lübeck de oplossing, vanuit de getoonde gezamenlijke ambitie aan de slag. Op basis van de aanbevelingen uit het rapport van RUG en HvA, en de gedane handreikingen tijdens het symposium.