Samen Recht Vinden
De afstand tussen burgers met een (juridische) hulpvraag en de hulpverlener(s) overbruggen. Dat doet de SRV-bus. Letterlijk en figuurlijk. Ook in coronatijd rijdt de bus van het initiatief Samen Recht Vinden door heel Zeeland om te zorgen dat de Zeeuwen rechtshulp kunnen vinden. Maar de aan het initiatief deelnemende hulpverleners verlenen hun diensten inmiddels ook vanuit onder meer buurthuizen en bibliotheken. Op wielen of niet, de gedachte erachter blijft gelijk: mensen op een snelle en duurzame manier helpen bij hun probleem. Een idee dat ondersteuning krijgt vanuit de Subsidieregeling Stelselherziening rechtsbijstand. Via deze regeling worden initiatieven gesubsidieerd die op een innovatieve manier bijdragen aan de ontwikkeling van passende, duurzame en kwalitatief hoogwaardige oplossingen voor juridische problemen, waarbij de rechtzoekende en zijn hulpvraag centraal staan.
De kern
Waar draait het om, zo willen we weten. We vragen het Krijn van Beek, mede-oprichter SRVZeeland. Van Beek: “Als mensen hun recht proberen te halen is dat vaak een betrekkelijk eenzijdige benadering van het probleem waar zij mee zitten. De focus ligt dan met name op wie er gelijk heeft. Maar wat blijkt? Het probleem los je er meestal niet mee op. We willen andersoortige hulp bieden waarbij mensen sneller geholpen worden, maar vooral dat de oplossing ook duurzamer is.”
Van Beek vervolgt: “Het idee is ontstaan in een ontwerpsessie waarbij de vraag centraal stond: hoe kunnen we het beter doen voor de rechtzoekende? Daar is uiteindelijk ons multidisciplinair team uit ontstaan. Een team dat naar de mensen toe gaat en bekijkt wat echt nodig is om te zorgen dat mensen weer verder kunnen. We brengen partijen bij elkaar en het juridische is dan maar één van de hulpmiddelen om er samen uit te komen. Juist ook de psychologische en sociale invalshoek en vaak een beetje creativiteit helpen om te vinden wat er nodig is, zodat beide partijen weer verder kunnen. Een strikt juridische benadering kan hiervoor ook wat in de weg zitten.”
Hulp, niet alleen op wielen
De bus is een essentieel onderdeel van het initiatief. De associatie met de SRV-bus van weleer is dan ook snel gemaakt. Van Beek: “De bus is mooi en effectief, maar de ruimte waar het consult plaatsvindt is wat beperkter. In deze coronatijd wijken we daarom ook uit naar bijvoorbeeld buurthuizen of de lokale bibliotheek. Op die manier kunnen we toch naar de mensen toekomen. En dat is in Zeeland belangrijk. Want vaak is het lang rijden naar de dichtstbijzijnde hulplocatie. Overigens kan ook de gang naar de rechtbank in een stad in meer overdrachtelijke zin drempels kennen. Mensen ervaren zo’n gebouw soms toch ook als een bewaakt fort. Dus ook in die gevallen werkt onze laagdrempelige benadering.”
Het team van hulpverleners
Wie vormen Samen Recht Vinden eigenlijk? “We werken vanuit een bureau met vijf vaste medewerkers, die overigens ook in zaken meelopen. Daarnaast bestaat het team uit ca. 8 tot 10 betaalde bemiddelaars, ofwel gidsen, en zo’n 25 vrijwilligers. We trekken veel vrijwilligers aan die het leuk vinden om hun potentieel voor anderen in te zetten. Ieder gesprek wordt in duo-verband afgenomen. De professional en de vrijwilliger trekken samen op, ieder vanuit hun eigen expertise. Op die manier zitten bij elk gesprek twee verschillende experts aan tafel. We hebben oud-rechters, medewerkers van juridische adviesbureaus en voormalig psychiaters aan ons initiatief weten te verbinden.”
Van Beek heeft samen met Nienke Slump (voormalig advocate en bestuurslid Zeeuwse Meesters) en Pieter Ippel (hoogleraar University College Roosevelt, voorzitter Zeeuwse Meesters en initiator van de ontwerpsessies die tot het SRV-initiatief hebben geleid), de stichting opgericht. Van Beek begeleidt het (voortdurende) ontwerpproces.
Het proces
Hoe verloopt het proces van hulpverlening eigenlijk? Van Beek: “We werken zowel met inloopspreekuren als op afspraak. We staan bijvoorbeeld eens in de week in Middelburg. De meeste mensen bellen of mailen eigenlijk eerst voor het maken van een afspraak. Zij komen bijvoorbeeld via de thuiszorgmedewerker met ons in contact. Inmiddels hebben we zo’n 80 zaken in behandeling (gehad).”
Wat maakt deze vorm van hulpverlening zo aantrekkelijk? “De laagdrempeligheid helpt bij het durven aandragen van problemen. We blijven een zaak bovendien tot het einde volgen. Het begint bij een intake. Dat is het eerste gesprek. Tijdens de intake kijken we wat het plan van aanpak zou moeten zijn. Soms komen we erop uit dat de klant zelf iets moet ondernemen of blijkt inschakeling van een professional nodig te zijn. Dat kan een andere professional zijn dan onze professional die het eerste gesprek afneemt, maar dat hoeft niet. Soms wordt er gelijk gebeld met de andere partij. Soms ook wordt daar een aparte afspraak voor belegd. Als het probleem niet gelijk in het eerste gesprek wordt opgelost, volgt een tweede gesprek dat de vorm heeft van een bemiddeling: onze gidsen zorgen ervoor dat alle partijen (bij veel problemen zijn het er meer dan twee) samen tot een werkbare oplossing komen.”
Einddoel?
Wanneer is het initiatief geslaagd? Van Beek: “We hebben inmiddels door hoe het werkt en we hebben al wat meters gemaakt. Nu zijn we bezig om de opzet en de manier van werken, onze methode, verder uit te schrijven. Daarmee creëren we als het ware een blauwdruk waarmee we elders weer kunnen uitrollen en waarmee we het concept kunnen uitbreiden. We hebben ervaren dat er verschil is tussen platteland en stad. Maar ook binnen steden als Terneuzen en Middelbrug heb je weer met verschillen te maken. Dat zijn leerprocessen. En we willen het netwerk dat er is nog beter benutten, bijvoorbeeld hulp bieden via huisartsen.”
Van Beek vervolgt enthousiast: “Ook de groei naar andersoortige zaken is iets waar we naar willen kijken. Nu gaat het vaak over zaken met instanties. Daar zit ook nog groeimogelijkheid. Het gaat vooral om het ontdekken hoe deze manier van hulp verlenen beter kan werken dan wat er tot noch toe beschikbaar was. Wat het de burger oplevert als hij of zij sneller en vooral duurzaam geholpen wordt. Als een gang naar de rechter niet nodig is, bespaart dat veel energie. Soms is het echter wel nodig dat een rechter een knoop doorhakt. Die integratie in het traject van hulp moet er dan ook zijn. Verder gaan we dit jaar aan de slag om een bekostigingsmodule te ontwikkelen. We bevinden ons nu dus eigenlijk in een volgende professionaliseringsslag.”
Passie
Waar komt de passie vandaan? “Het initiatief komt eigenlijk voort uit de Zeeuwse Meesters, een club waarbij veel juristen uit de provincie zijn aangesloten. Het is een reactie op het verdwijnen van veel voorzieningen in Zeeland, zoals de kantongerechten.
Zelf ben ik al een aantal jaren bezig met hoe het recht beter kan werken voor mensen. Daarin troffen we elkaar. Ook Nienke Slump en Pieter Ippel zijn ervan overtuigd dat het recht weer dichter naar de mens moet komen. De problemen waar mensen mee zitten, blijven maar voortduren. Het moet echt anders. De juridische wereld is erg ingewikkeld geworden waardoor je bij elk probleem een heel scala aan procedures zou kunnen starten, die geen van alle het onderliggende probleem gaan oplossen. Daarom zijn we ook zo blij met de subsidie die we hebben gekregen om het idee van letterlijk samen recht vinden te ontwikkelen. De formule van Samen Recht Vinden zou standaard moeten zijn als primaire vorm van rechtsbijstand. Daar hopen we op en werken we aan!”