Een kennismaking met ‘Mijn Zaak’, een initiatief binnen de subsidieregeling
Overzicht en inzicht creëren voor en door de rechtzoekende zelf in zijn of haar eigen zaak. Dát is in essentie waar het initiatief ‘Mijn Zaak’ over gaat. In een serie van interviews maken we nader kennis met de mensen achter de 11 initiatieven die subsidie toegekend kregen binnen de Subsidieregeling stelselherziening rechtsbijstand. Voor deze regeling stelde de minister voor Rechtsbescherming verleden jaar 10 miljoen euro beschikbaar. Via de regeling worden initiatieven gesubsidieerd die op een innovatieve manier bijdragen aan de ontwikkeling van passende, duurzame en kwalitatief hoogwaardige oplossingen voor juridische problemen, waarbij de rechtzoekende en zijn hulpvraag centraal staan. Voor deze editie spraken we met Rietje Obers. Advocate met het hart op de juiste plaats en een van de initiatiefnemers achter ‘Mijn Zaak’. Zij vertelt ons waarom en hoe deze samenwerkingstool de rechtzoekende als uitgangspunt hanteert.
Aan de tekentafel
Obers kijkt terug op een mooie zomer. “We hebben deze zomer een aantal sessies georganiseerd waarbij we met de initiatiefnemers voor het eerst ‘live’ rond de tekentafel zijn gaan zitten en letterlijk op vellen papier hebben getekend waar we verbeteringen zagen in de bètaversie. Die eerste versie van de online tool ‘Mijn Zaak’ leverden we in mei jl. op. Een proefversie, zodat we konden zien of dat wat we als ontwerp in onze hoofden hadden bedacht, ook zo zou werken in de praktijk. Tegelijkertijd gaf het ons de gelegenheid om verder van elkaar te leren en ons expertises ook letterlijk bij elkaar te brengen.”
Samenwerking tussen diverse expertises
Obers is advocate. Daarnaast verzorgt zij voor verschillende organisaties onderwijs in het recht en is ze lid van de Raad van de Orde Oost-Brabant. Toch vond zij tijd om samen met Twan van Strien, ook advocaat, de handen ineen te slaan voor dit initiatief.
Samen zetten zij zich in voor het behoud van een goede sociale rechtshulp door middel van innovaties via de Stichting voor Rechtshulpinnovatie. “Twan en ik vormen het bestuur, maar we kunnen het niet zonder onze softwareontwikkelaar en een werkgroep van juristen, aangevuld met eerstelijns hulpverleners en techneuten. De bètaversie zijn we inmiddels verder aan het uitbouwen. Belangrijke vragen als hoe kan effectief binnen de tool worden samengewerkt tussen de rechtzoekende en de diverse hulpverleners en garanderen we gelijktijdig geheimhouding en privacy, proberen we daarbij te beantwoorden”.
Mijn Zaak
‘Mijn Zaak’ is een digitale applicatie waarmee rechtzoekenden makkelijk (alle stukken over) hun zaken kunnen uploaden en delen met anderen (professionals en vrijwilligers), om samen hun juridische problemen op te lossen. De tool legt daarmee een elektronisch zaakdossier van de rechtzoekende op één plek aan. Daarnaast werkt de applicatie als een communicatieplatform voor bij een geschil betrokken partijen en (rechts-) hulpverleners. Doel is om overzicht te creëren in zaken voor rechtzoekenden en (rechts-) hulpverleners en de communicatie tussen betrokken partijen en (recht-) hulpverleners te laten plaatsvinden en verbeteren. Obers: “Ondanks het feit dat de tool ook voor eenvoudigere zaken gebruikt kan worden, is deze eigenlijk vooral bedoeld om mensen met multiproblematiek te helpen met het krijgen van overzicht in hun problematiek en het biedt een forum van professionals die helpen bij een integrale oplossing van de hulpvraag in ketensamenwerking.”
Obers voegt eraan toe: “We ontwikkelen ‘Mijn Zaak’ voor de klant. Die moet met iedere hulpverlener in het systeem kunnen samenwerken. Maar de hulpverleners onderling kunnen ook met elkaar samenwerken. Die twee zaken moeten verweven worden in het systeem, waarbij we goed kijken naar de technische vertaalslag van wie waar toegang toe heeft. Best een ingewikkelde klus.”
Wat is het unieke van deze tool?
Obers aarzelt geen moment: “Dat het van de klant zelf is. Een eigen systeem, bereikbaar via één keer inloggen, in plaats van meerdere keren inloggen in verschillende systemen van hulpverleners en professionals. En de klant bepaalt welke hulpverleners ook in kunnen loggen (of niet meer). De tool is als het ware de digitale kast van de klant en een kantoor voor ontmoeting met en tussen de hulpverlener(s) ineen.”
En als de klant het toch wat ingewikkeld vindt? Obers knikt begrijpend: “Natuurlijk, dat kan gebeuren en daarom bieden we hulp bij het in gebruik nemen van de tool en bij het zoeken naar professionele hulpverleners. De Hogeschool Utrecht is overigens ook betrokken via studenten die het gebruikersgemak uitgebreid testen.”
Hoe wordt de tool verder ontwikkeld?
“De ontwikkeling van de tool verloopt in stadia. Eerst hebben we ons gericht op de wat eenvoudigere dossiers. Nu kijken we naar integrale zaken. Die module leveren op in november. Dan gaan we weer testen, met de studenten, maar ook met professionals. We willen er immers zeker van zijn dat het ook hen toegevoegde waarde biedt.”
Persoonlijke gedrevenheid
Obers: “Rechtzoekenden kunnen beter ondersteund worden dan nu gebeurt. En ICT kan daarbij helpen. Ik zag destijds een mooie tool in de mantelzorg en werd erdoor geïnspireerd. Kijken waar we de rechtszoekende écht mee kunnen helpen, dat is mijn passie. Wij streven naar een toekomst waarin de rechtzoekende samen met (juridische) dienstverleners, met behulp van onze tool, in zaken zoals die uit de Toeslagenaffaire, grip krijgt op (juridische) problemen en deze zoveel mogelijk in de pré-juridische fase duurzaam oplost.”
Obers is blij met de ondersteuning door de subsidieregeling: “Het maakt dat we deze ondersteunende tool kunnen realiseren en zo integrale probleemoplossing via ketensamenwerking kunnen faciliteren. Dat zorgt voor efficiëntie. Maar dat kan alleen als de tool straks ook echt gebruikt kan gaan worden als onderdeel van die integrale oplossing op plekken waar die integrale samenwerking wordt opgezet. En daar is geld voor nodig. Ik zie dat dat besef hiervoor groeit en de creativiteit een bodem krijgt om op groeien. En dat is een mooie en inspirerende constatering.”'