Recht op een eerlijk proces voldoende gewaarborgd
Empirisch onderzoek naar de onderliggende beleidslogica van de Wet raadsman bij het politieverhoor en het handelen van politie en advocatuur
In deze bijdrage wordt op basis van eerder empirisch onderzoek nagegaan hoe de in 2017 geïmplementeerde Wet raadsman bij het politieverhoor in de praktijk uitwerkt. We zetten hierbij twee stappen. In de eerste plaats wordt op basis van bestaande documenten en interviews de achterliggende beleidstheorie gereconstrueerd. In de tweede plaats wordt op basis van eerdere enquêtes, interviews, focusgroepen, observaties, registratiegegevens en dossiers een overkoepelend beeld geschetst van het daadwerkelijk handelen van opsporingsambtenaren en advocaten. De beleidstheorie laat zien dat specifieke handelingen van opsporingsambtenaren en advocaten nodig zijn om de beoogde doelen te bereiken. In de praktijk blijken opsporingsambtenaren en advocaten op hoofdlijnen te handelen zoals van hen volgens de wet- en regelgeving wordt verwacht. Wel blijkt adequate rechtsbijstandsverlening onder bepaalde omstandigheden afhankelijk te zijn van het handelen van de individuele opsporingsambtenaar/advocaat en de gelegenheidsstructuur waarin ze opereren. De empirische bevindingen werpen de vraag op of de Wet raadsman bij het politieverhoor voldoende bijdraagt aan het waarborgen van het fundamentele recht op een eerlijk proces.
Gerelateerd
Dit artikel onderzoekt Rechtswinkels in het landschap van rechtshulpverlening
Dit artikel vergelijkt de Nederlandse met buitenlandse procedures en pleit voor het niet nog verder uitbreiden van procedures waarbij de rechter geen of een kleinere rol krijgt.
Het blad Rechtstreeks is een uitgave van de Raad voor de Rechtspraak en bevat wetenschappelijke artikelen gericht op de praktijk en de ontwikkeling van de rechtspraak in Nederland.